Verkopen en terughuren als verzilveroplossing

Om overwaarde te verzilveren zijn er eigenlijk maar twee oplossingen. Of je verkoopt je woning of je vestigt er een hypotheek op. Als je kiest voor dat laatste blijf je eigenaar van de woning, profiteer je van een waardestijging, maar houd je ook het risico van een waardedaling.

André van Luijk
Ook blijf je in zo’n geval verantwoordelijk voor het onderhoud. Een andere oplossing is om de woning te verkopen. Je hebt dan direct de beschikking over de opbrengst van de woning. De consequentie is wel dat je weg bent uit je vertrouwde omgeving – en dat is niet altijd wenselijk. Je buren, familie en vrienden wonen misschien wel in de buurt. Ook is je woning een plek met veel herinneringen en mogelijk dicht bij allerlei voorzieningen. Als woningeigenaar blijf je vaak het liefst zo lang mogelijk in je eigen huis wonen.

Een oplossing is om de woning te verkopen en tegelijkertijd dezelfde woning terug te huren. Internationaal staat deze constructie bekend als sale-and-lease-back. Diverse commerciële partijen hebben hier oplossingen voor bedacht, vaak al voor mensen vanaf de leeftijd van rond de 55 jaar. Ze springen hiermee in het gat dat banken laten liggen. Vaak hebben die alleen oplossingen rond de pensioengerechtigde leeftijd. Ouderen- en consumentenorganisaties zijn meestal negatief of voorzichtig positief. Dat is voor een deel begrijpelijk als je het vergelijkt met een normale verkoop. In dit geval is echter geen sprake van gebruikelijke verkoop maar meestal van een transactie met een professionele belegger.

Waar veel mensen moeite mee hebben is de lage opbrengst bij de verkoop van de woning. Vergeleken met een gewone verkoop laat je veel geld liggen. Vanuit professionele beleggers gedacht is het wel logisch dat ze lager bieden. Omdat in Nederland het huurrecht extreem sterk is, kun je huurders niet zomaar uit hun woning zetten. Dit geeft een drukkend effect op de waarde van de woning. Een woning in verhuurde staat is daarom vaak fors minder waard dan een woning die leeg staat. Je ziet dat ook terug in de aanbiedingen van commerciële partijen. Ze bieden vaak tussen de 70 tot 90 procent van de getaxeerde waarde als bod.

Aan de andere kant wordt je huurbedrag ook berekend over de lagere waarde. Voor is het huurbedrag rekenen ze vaak zo’n 5 tot 7 procent van de koopsom. Bij een woning van drie ton met 6 procent over de huursom geeft dat 1500 euro huur per maand. Vaak gaan dan de maandlasten omhoog, omdat veel ouderen weinig of geen hypotheek meer hadden. Weliswaar kun je de huur betalen uit de vaak forse overwaarde die je bij de verkoop krijgt. Ook heb je de lasten van het onderhoud niet meer. Alleen als je inteert op je spaargeld, dan kun je op de langere termijn een onbetaalbare maandlast krijgen.

Een andere oplossing is om dit binnen de familie te regelen. Recent was ik betrokken bij een klant waarbij de ouders de woning verkochten aan hun kinderen voor een fors lagere waarde. In dat geval is een lagere waarde vaak geen probleem, maar zelfs een wens. De ouders huurden de woning weer terug van de kinderen tegen een zo hoog mogelijke huur. Bij een commerciële partij is een hoge huur in de regel ook geen wens. In dit geval was er sprake van vermogensoverdracht direct en op termijn. Op deze manier blijven de gelden binnen de familie en werd er zo min mogelijk belasting betaald over de vermogensoverdracht. De uitgangspunten moeten wel zakelijk zijn om te voorkomen dat de fiscus het als onzakelijk betiteld en het ziet als verkapte schenking.